Hoewel Tai Chi Chuan eigenlijk een vechtkunst is, zijn er maar weinigen die om deze reden deze bewegingsleer beoefenen.
Tai Chi Chuan heeft een groot effect op je gezondheid. Je leert je lichaam op een natuurlijke manier te bewegen. Door de open en ontspannen lichaamshouding voel je je energieker en wordt je weerstand verbeterd.
Beoefenaars van Tai Chi voelen zich mentaal sterker, hebben minder last van stress en veel welvaartsgerelateerde ziekten kunnen verlicht worden.
Chi Kung is een overkoepelende naam voor allerlei verschillenden energetische oefeningen.Chi Kung streeft er naar om de doorstroming van energie in het lichaam te verbeteren en te laten toenemen. Het is niet helemaal bekend wanneer Chi Kung is ontstaan. De eerste vermeldingen gaan 5000 jaar terug, maar waarschijnlijk is Chi Kung zelfs nog ouder.
Tai Chi Chuan is waarschijnlijk begonnen bij de taoïstische wijsgeer Chang San Feng, waarschijnlijk in de 12e eeuw. Uiterlijk is het een vechtkunst, maar de innerlijke principes hebben hun wortels binnen de Chi Kung en de taoïstische meditatie.
Chang San Feng wordt gezien als de grondlegger van Tai Chi Chuan. Hij was een meester in externe vechtkunst (Shaolin) voor hij een meesterleerling werd van de onsterfelijke Huo Lung (vuur draak). Van hem leerde hij taoïstische meditatie. Chang San Feng was onder de indruk van het stromen van de energie door zijn lichaam tijdens het mediteren en hij vroeg zijn meester hoe hij dit zou kunnen gebruiken in zijn vechtkunst. De meester bleef echter zwijgen. Later zag Chang San Feng een gevecht tussen een kraanvogel en een slang en realiseerde zich opeens dat hij getuige was van de toepassingen die hij zocht. Hij paste de bewegingen aan totdat ze in balans waren met zijn innerlijke energie en creeërde op deze manier de nieuwe vechtkunst Tai Chi Chuan.
Tai Chi werd in het geheim onderwezen totdat het publiek werd in Chenjiagou, toen Wang Tsung Yueh, een reizende vreemdeling, het aan de dorpelingen leerde.
Tai Chi werd lange tijd in het geheim onderwezen. Totdat het naar het Chen dorp kwam, waar Wang Tsung Yueh er les in gaf. Van toen af aan was het bekend als de Chen Stijl Tai Chi Chuan. Yang Lu Chan heeft deze stijl in het Chen dorp geleerd (Chenjiagou) en reisde later af naar Beijing waar hij leraar werd van de keizerlijke garde. Zijn manier van het beoefenen van Tai Chi Chuan werd bekend als de Yang Stijl.
Yang Lu Chan had twee zonen die zelf ook bekende meesters werden. De Yang Stijl werd daarna van generatie op generatie binnen de Yang familie doorgegeven. De meesters van de Yang familie hadden ook leerlingen buiten de familie, zoals keizerlijke bewakers, manchu prinsen en andere vooraanstaande personen. Ze werden niet onderwezen in de volledige kennis van de Yang Stijl. Deze werd alleen binnen de familie doorgegeven. De leerlingen hadden zelf weer leerlingen, die op hun beurt weer hun eigen variatie van Tai Chi (taiji) leerden. Deze stijlen werden vernoemd naar de achternamen van hun meesters. Zo ontstonden bijvoorbeeld twee Wu stijlen, die vernoemd zijn naar twee verschillende meesters. Een van de Wu stijlen is later hernoemd naar meester Hao Whei Chen (Hao Stijl).
De laatste van de 5 bekende Tai Chi Chuan stijlen is de Sun Stijl. Sun Lu Tang was van oorsprong een beoefenaar van Hsing-I (xing yi) en leerling van de beroemde Kuo Yun Shen. Hij leerde later ook Pa Kua (bagua) van Cheng Ting Hua en uiteindelijk Tai Chi Chuan (taijiquan) van Hao Wei Chen. Zijn Tai Chi is in feite een samenvoeging van alle stijlen die hij geleerd heeft.
Somminge leerlingen van de Yang familie, voornamelijk leerlingen van Yang Cheng Fu, hebben de naam nooit verander van de stijl die zij leerden. Een van deze studenten zou later beroemd worden vanwege het succesvol verspreiden van Tai Chi in het Westen: Cheng Man Ching.
Op dit moment hebben we de Chen Stijl, de Wu-, Hao- en Sun Stijlen en vele Yang Stijlen. De stijl die binnen de ITCCA word doorgegeven is niet zomaar een van deze stijlen. Het is de complete familie stijl zoals deze binnen de Yang familie van Yang Lu Chan uiteindelijk aan achterkleinzoon Yang Shou Chung werd doorgegeven. Yang Shou Chung had drie meesterleerlingen: Ip Tai Tak, die tot zijn dood in 2004 les gaf in Hong Kong; Chu Gin Soon, die naar Boston vertrok en daar samen met zijn zoon Vincent Chu nog steeds les geeft; en Chu King Hung, die afreisde naar Europa en daar nu nog les geeft aan leraren (prive en workshops) en leerlingen (workshops).
Externe vechtkunst heeft veel kracht en uithoudingsvermogen nodig om effectief te zijn. De zwaarste, sterkste en/of snelste persoon wint over het algemeen. Als de beoefenaar ouder wordt neemt de effectiviteit af.
Bij innerlijke vechtkunst gaat het niet om conventionele kracht, maar innerlijke kracht. Deze innerlijke kracht, chi, kan gebruikt worden om een tegenstander direct via zijn meridiaan systeem te beïnvloeden. De technieken kosten geen spierkracht, mits ze correct worden toegepast, zelfs bij een zwaardere, sterkere, grotere tegenstander.
De basis van externe vechtkunsten kunnen binnen een paar maanden worden geleerd. Bij innerlijke vechtkunsten is jarenlange intensieve training vereist, voordat technieken in zelfverdediging zouden kunnen worden toegepast.
Op dit moment zijn echte innerlijke vechtkunsten moeilijk te vinden. Zelfs bekende innerlijke vechtkunsten zoals Pa Kua Chang (baguazhang), Hsing I Chuan (xingyiquan) en Tai Chi Chuan (taijiquan) worden tegenwoordig vaak extern beoefend. De innerlijke principes zijn vaak afwezig. De Originele Yang Stijl is een van de uitzonderingen. De innerlijke principes zijn nog steeds aanwezig en kunnen door iedereen geleerd worden.
Het leren van Tai Chi Chuan als vechtkunst kost vele jaren. De meeste beoefenaars van Tai Chi Chuan zoeken dan ook niet een vechtkunst die zij toe zouden kunnen passen in gevecht. Het beoefenen van Tai Chi Chuan, zeker inclusief de innerlijke principes, heeft een grote positieve invloed op de gezondheid. De vruchten hiervan kunnen al in een veel eerder stadium van de studie van Tai Chi geplukt worden.